Van mensen met psychische aandoeningen en psychosociale beperkingen

Sociale steun en onbedoelde herstelondermijning

‘Eigengereidheid en eigen wijsheid zijn voorwaarden voor herstel; ziekteinzicht en therapietrouw zijn herstelondermijnend’, luidde een stelling bij het proefschrift dat de prominente ervaringsdeskundige Wilma Boevink april 2017 verdedigde aan de Universiteit van Maastricht. In dit artikel onderzoeken we welke betekenis deze stelling heeft voor Illness Management en Recovery (IMR), een internationaal veel gebruikte herstelondersteunende methodiek voor mensen met langdurige psychische klachten..

De stelling van Boevink dat ziekte-inzicht en therapietrouw herstelondermijnend zijn, is tamelijk extreem. Mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen hebben – net als iedereen – lang niet altijd goed inzicht in hun kwetsbaarheden en mogelijkheden. Hun kwetsbaarheid voor bijvoorbeeld psychoses maakt echter dat ze minder marge hebben om weg te komen met onverstandige dingen. Meer ziekte-inzicht kan dan een uitkomst bieden, bijvoorbeeld omdat het zich vertaalt in het vermijden van alcohol en drugs, aandacht voor het beheersen van stress en voldoende slapen en eventueel het gebruik van een zo laag mogelijke, maar voldoende hoeveelheid medicatie. Ziekte-inzicht en therapietrouw kunnen zo het optreden van nieuwe psychotische episodes voorkomen (Combs & Mueser, 2017). Psychotische episodes kunnen herstelondermijnend werken, bijvoorbeeld omdat ze ertoe bijdragen dat iemand zijn of haar baan verliest. Eigen wijsheid die alle statistieken wegwimpelt, zal soms contraproductief zijn.

Tijdens de verdediging van haar proefschrift lichtte Boevink haar stelling verder toe door te zeggen dat de ervaring nu eenmaal leert dat ziekte-inzicht herstel kan ondermijnen en dat ervaringskennis en wetenschappelijke kennis even serieus genomen moeten worden. Hiermee haalde ze het scherpste randje van haar stelling af. Eigen wijsheid is niet absoluut meer en wetenschappelijke statistieken evenmin. De kunst voor de ggz is evenwicht te vinden. Cliënten kunnen hieraan bijdragen door hun eigen wijsheid en ervaringen in te brengen en hulpverleners kunnen daaraan bijdragen door hun inzichten op een bescheiden wijze te presenteren (Dröes & Koorevaar, 2011).

Ad Bergsma, Marijke Brugman en Esther van Loon

Lees verder op pagina 25 van het oktobernummer van Participatie en Herstel. Nog geen abonnee? Klik dan hier.