Van mensen met psychische aandoeningen en psychosociale beperkingen

Dakloze in de opvang blijft kwetsbaar

Veel daklozen zijn lange tijd nadat ze zijn aangemeld bij maatschappelijke zorg nog steeds kwetsbaar, bijvoorbeeld op het gebied van wonen en financiën. Dat blijkt uit een onderzoek dat Impuls, het onderzoekscentrum voor maatschappelijke zorg van het Radboudumc, gedurende 5,5 jaar uitvoerde onder Amsterdamse daklozen. Niet eerder is het welzijn van (ex-)daklozen over zo’n lange periode onderzocht.
Dakloze in de opvang blijft kwetsbaar

 
Huisvesting
Uit het onderzoek blijkt dat de deelnemers, 5,5 jaar na instroom, nog steeds een kwetsbare groep zijn op het gebied van huisvesting en financiën. De woonsituatie is overigens wel verbeterd ten opzichte van de eerste meting. Bij de start van het onderzoek in 2010 waren alle deelnemers dakloos. Vijfeneenhalf jaar later is 57 procent van de deelnemers zelfstandig gehuisvest. Tegelijkertijd verblijft 36 procent van de deelnemers nog in instituties, waarvan bijna 39 procent gebruik maakt van begeleid wonen. Een enkeling is nog steeds dakloos of marginaal gehuisvest. Linda van den Dries, coördinator van het onderzoek: “Hier valt zeker dus nog winst te behalen, hoewel zelfstandige huisvesting mogelijk niet voor iedereen haalbaar en passend is.”
 
Financiën
De financiële situatie van de deelnemers is 5,5 jaar na toelating tot de maatschappelijke opvang minder gunstig. Na afloop van de eerste schuldsaneringstrajecten heeft een kleine meerderheid van deelnemers nog steeds (hoge) schulden. De belangrijkste inkomstenbron blijft een bijstands – of daklozenuitkering. Per maand hebben de deelnemers rond de 200 euro om voor zichzelf uit te geven, huur en maaltijden niet meegerekend. Linda van den Dries: “Dit bedrag zal bij veel deelnemers niet voldoende zijn om de bestaande schulden af te lossen. Het aflossen van de schulden verdient veel meer aandacht vanuit de hulpverlening.”
 
In contact blijven
De deelnemers aan het onderzoek zijn 5,5 jaar na instroom in de maatschappelijke opvang nog steeds een kwetsbare groep, concludeert Linda van den Dries: “De deelnemers hebben extra hulp nodig bij het vinden van huisvesting, dagbesteding en werk en het oplossen van hun financiële problemen. Het is belangrijk dat deze vormen van hulp op elkaar afgestemd zijn. Omdat de meerderheid van de deelnemers zelfstandig gehuisvest is, en bij velen de zorgtrajecten afgesloten zijn, is het belangrijk om met de deelnemers in contact te komen en te blijven. Mogelijk kunnen sociale wijkteams hierin een rol spelen. Het bieden van de juiste hulp en ondersteuning is een belangrijke taak voor de gemeente.”
 
Lees hier het rapport van het onderzoek onder de Amsterdamse daklozen en de rapportages van de eerdere metingen in alle vier de grote steden.

 

Bron: RadboudMC