Dat publiceerde een internationaal team van onderzoekers van o.a. het Nederlands Tweelingen Register van de Vrije Universiteit in Nature Genetics.
 

 

De wetenschappers vergeleken het DNA van rokers en niet-rokers om te onderzoeken of het beginnen met roken een genetische component heeft. Daarnaast zochten zij in het DNA van rokers naar ‘genetische varianten’ die invloed hebben op de leeftijd waarop rokers beginnen, het aantal sigaretten dat zij per dag roken en of zij met succes weten te stoppen met roken.
Drie genetische varianten toonden een sterk verband met het aantal sigaretten dat per dag wordt gerookt. Eén variant houdt verband met het beginnen met roken en één met het stoppen met roken. De varianten die invloed hebben op de hoeveelheid sigaretten liggen in een regio met ‘nicotine receptor’ genen, die eerder in verband zijn gebracht met nicotineverslaving en longkanker. Elk extra ‘risicoallel’ in deze regio zorgt voor een stijging in de hoeveelheid gerookte sigaretten van een halve sigaret per dag.
Uit familieonderzoek, zoals het onderzoek dat wordt uitgevoerd met gegevens uit het Nederlands tweelingenregister (NTR), kan worden opgemaakt dat eigenschappen (deels) genetisch bepaald zijn. Wetenschappers kunnen de precieze genetische locatie van eigenschappen steeds beter bepalen. Deze bevindingen zorgen ervoor dat in de toekomst gezondheidsproblemen gerichter behandeld of mogelijk zelfs voorkomen kunnen worden. Zo kan deze genetische informatie over rookverslaving in de toekomst worden gebruikt om therapieën of medicijnen te verbeteren die ervoor zorgen dat rokers met succes van hun verslaving afkomen.