De uitkomsten zijn:
- Bij jongeren met een eerste psychose dient direct aandacht te zijn voor maatschappelijke participatie. De GGZ dient zich dus niet te beperken tot het behandelen van de psychose, ook is de aandacht voor opleiding, werken, relaties e.d. cruciaal (de WHO schrijft dit ook);
- Het ondersteunen van de participatie via de individuele rehabilitatie-benadering (IRB) werkt goed;
er werden in ruim 4 jaar tijd bij 99 cliënten 260 metingen gedaan. Het blijkt dat (gemiddeld genomen) de maatschappelijke participatie belangrijk toeneemt, terwijl de stoornissen daarbij gemiddeld gelijk blijven (zowel psychose, als ook verslaving, depressie, angst e.d.)
Het blijkt dus goed mogelijk om bij mensen met een instabiel psychiatrisch toestandsbeeld met resultaat de IRB toe passen.
Andere uitkomsten, en de beperkingen van het onderzoek zie:
Wel, T.F. van & Landsheer, J.A. (2011). Societal participation: examining the impact of a rehabilitation approach for young people with schizophrenia. Journal of Psychiatric and Mental Health Nursing, Available on doi: 10.1111/j.1365-2850.2011.01854.x.