De grote zaal van Huis van de Wijk De Buurtzaak in Amsterdam-West zit afgeladen vol: ruim tweehonderd bezoekers zijn op de conferentie afgekomen. Gespreksleider Marc Räkers loodst de aanwezigen behendig door het overvolle middagprogramma. Vanuit De Link, de vereniging voor ervaringsdeskundigen in Vlaanderen, is een groep gedreven pleitbezorgers voor de opleiding tot ervaringsdeskundige naar Amsterdam gekomen. Hun boodschap valt in goede aarde.
‘Geschiedenis verwerken’
Een van de rode draden van de middag is de film 'The Missing Link', een documentaire over armoede en ervaringsdeskundigheid in Vlaanderen. In de gesprekken met mensen die de armoede aan den lijve hebben ondervonden komt vooral de psychologische kant naar voren. Het zijn verhalen over het ontbreken van nestwarmte, onveiligheid in de opvoeding en de heftige trauma’s die dat oplevert. Verhalen over hulpverleners die vanuit distantie opereren, ‘voor’ de cliënt maar niet ‘met ‘de cliënt. Daarbij slaat de hulpverlening soms om in regelrechte morele afkeer van de cliënt als die niet bereid blijkt te veranderen.
De geïnterviewden vertellen niet alleen hun levensverhaal, maar ook over hun emancipatieproces tijdens de opleiding. Tegenwoordig spelen ze als ‘ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting’ zelf een rol als een missing link tussen het werkveld en in het beleid. Meestal hebben ze een functie bij semi-overheidsorganisaties als de sociale diensten, welzijnswerk of jeugdzorg.
Carry Flamant is coach bij De Link, de Vlaamse vereniging die de vierjarige opleiding tot ervaringsdeskundige verzorgt, in samenwerking met de centra voor basiseducatie en volwassenenonderwijs. ‘De eigen geschiedenis is een belangrijk onderdeel van de opleiding’, vertelt ze. ‘Door de ontwikkelingspsychologie kun je ontdekken waar je eigen pijn zit. Tijdens de opleiding maak je een start met de verwerking. Als je constant wordt geblokkeerd door je eigen pijn, kun je andere mensen niet helpen.’
Annet Bos vertelt dat ze met de Nederlandse variant een opleiding van ‘slechts’ acht maanden heeft genoten. Ze pleit voor een opleiding van minstens drie jaar naar Vlaams voorbeeld. ‘Je leert een heleboel en de gevolgen zijn heel groot. De groep van mensen uit armoede heeft meer trauma’s dan veel anderen, onze rugzakjes zijn best groot en dat moet je verwerken. Dan kom je jezelf tegen.’
Heide van der Laan volgde de opleiding in het Groningse Pekela en vertelt dat deelnemers bij het inbrengen van hun levensverhaal regelmatig heftig emotioneel worden. ‘Dat verwerken van je emoties is nodig om van je blokkades af te komen, zodat je open kunt kijken naar anderen die hulp zoeken. Ik werk nu bij welzijnsorganisatie De Badde om mensen uit de armoede te krijgen. Ik ga bijvoorbeeld als tandem samen met een hulpverlener mee naar mensen die in de knel zitten. ‘
‘Twintig jaar achter’
Carry Flamant stelt dat Nederland minstens twintig jaar achterloopt wat betreft armoedebestrijding. ‘Er moest dringend een opleiding komen rond armoede, terwijl hier rond de GGZ al lang het nodige bestaat. Voor de gekwetste binnenkant van mensen in armoede bestaat in Nederland eigenlijk niets.’
In de film vertelt de Vlaamse ervaringsdeskundige Danny Trimbos hoe hij via zijn vrouw met de opleiding voor ervaringsdeskundigen in armoede in aanraking kwam. ‘Ik vertelde over mijn leven en werd geselecteerd voor de opleiding. Ik had nooit verwacht dat ik met die informatie ergens aan de bak zou komen. Mensen in armoede hebben het hart op de tong, ze leven vanuit hun gevoel. Door de opleiding kon ik voor het eerst mijn hersens gebruiken.’
De Link-initiatiefneemster Lut Goossens schetst het ontstaan van het armoedebeleid in België en parallel daaraan de oprichting van vereniging De Link. Ze vertelt over een vergadering in 1988, waarbij een groep mensen in armoede liet zien hoe moeilijk het is om uit de vicieuze cirkel van armoede te komen. ‘Daar kwam zoveel verdriet naar boven dat ik diep gechoqueerd was. Als solidaire hulpverlener had ik altijd gestreden tegen de deurwaarders, tegen de huisuitzettingen, tegen de uithuisplaatsing van kinderen. Voor het eerst zag ik pas hoezeer de gekwetste binnenkant van mensen in armoede hun emancipatie in de weg zou kunnen staan.’
‘Brugfiguren nodig’
In die tijd ontstond ook het idee van een betaalde ervaringsdeskundige, die door het Porticus-fonds werd gesteund. ‘Toen werd al duidelijk dat er brugfiguren nodig zijn, die vanuit hun ervaring de link kunnen leggen tussen de leef- en systeemwereld. In 1999 hebben we de opleiding voor ervaringsdeskundigen in Vlaanderen opgestart. Deelnemers krijgen in de opleiding een toerusting met houdingen, vaardigheden en methodieken zodat ze kunnen worden ingezet voor armoedebestrijding in alle domeinen die met armoede te maken hebben.’
De opleiding is aangehaakt bij het volwassenenonderwijs in vijf Vlaamse steden. Ervaringsdeskundigen ondersteunen en vertolken de realiteit van armoede, geven advies, stimuleren vorming, geven supervisie, doen groepswerk, doen onderzoek. In Vlaanderen zijn er 124 ervaringsdeskundigen afgestudeerd en intussen 87 betaald aan het werk: bij onder meer de sociale diensten, de arbeidsbemiddeling, de jeugdzorg, de gehandicaptenzorg, het onderwijs, samenlevingsopbouw, de centra voor welzijnswerk.
Lut Goossens: ‘Je ziet dat ervaringsdeskundigen loskomen van hun problemen, meer greep krijgen op hun leven en dat van hun kinderen, meer kracht en zelfrespect hebben en meer uitzicht op een vaste baan. Bij cliënten groeit een groter vertrouwen, de relatie met de hulpverlener wordt gelijkwaardiger en de hulpverlening heeft meer effect. Omgekeerd, vanuit de hulpverlener gezien, neemt het aantal mislukkingen in de hulpverlening af. Door de aanwezigheid van een ervaringsdeskundige in het tandem kun je samen zoeken naar oplossingen.’
Goossens vertelt dat ze over haar eigen psychologische ontwikkeling ook veel heeft geleerd in haar rol bij De Link als opleiding. ‘Door het contact met mensen in armoede heb ik ook ontdekt welke drijfveren ik zelf heb en welk verdriet daar achter ligt. Daardoor ben ik voor mijn kinderen ook een veel liever mens geworden. Dat proces van zelfontdekking doet zeer, maar ik daag alle hulpverleners uit ook zelf dat proces aan te gaan.’
Effecten opleiding
Maatschappelijk gezien heeft de opleiding ook veel effect. ‘Mensen die de opleiding tot ervaringsdeskundige volgen, worden andere opvoeders. Ze spelen een actievere rol bij het onderwijs van hun kind, communiceren meer met hun kinderen en die kinderen worden zelf ook actiever in het verenigingsleven.’ Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt dat degene die de opleiding volgen allerlei vicieuze cirkels in hun leven hebben doorbroken. ‘De samenleving verdient bovendien zijn investeringen binnen 2,5 jaar weer terug, door de bijdragen aan de belastingen en minder uitgaven aan uitkeringen.’
De zoekende houding van de docenten was een belangrijke succesfactor in de Vlaamse opleiding, zegt Lut Goossens. ‘Bovendien was er ook een landelijk instituut dat de opleiding heeft ontwikkeld, namelijk De Link. Ik zie in Nederland het gevaar van versnippering vanwege de gemeentelijke decentralisatie. Vanuit de opleidingen zullen de ervaringsdeskundigen in instituten een methodiek meenemen, die vraagt om een anders kijken. De methodiek vergt eigenlijk een cultuuromslag in organisaties.’
In de film vertelt Caro Bridts dat ze dankzij de hulp van een paar mensen uit de armoede kon ontsnappen. Er blijken ook goede hulpverleners te bestaan. ‘Een therapeute plaatste me voor de keuze met mijn kalmeringsmiddelen te stoppen. Anders zou ik nooit bij mijn emoties kunnen. Daardoor heb ik geleerd om te gaan met mijn emoties en dat ik kwaad mag worden. In de psychiatrie is nog veel te weinig kennis over leven in armoede en wat dat psychologisch teweeg brengt.’
Nederlandse opleidingen
Dan volgt de presentatie van de Nederlandse opleidingsinitiatieven uit Utrecht, Amsterdam en Oost-Groningen. De Groningse opleiding, opgezet vanuit de gemeenten Pekela en Veendam, draait nu sinds december 2014. Docente Lijja de Vries en beleidsambtenaar Hans de Vroome vertellen over de achtergronden van het initiatief: ‘Grote groepen mensen in de regio die – vaak al generaties lang – in armoede leven, hoge percentages WW- en Wajong-uitkeringen.’
Hans de Vroome vertelt dat hij in 2013 ‘werd getriggerd’ door De Link. ‘Een ontmoeting met hen heeft mij de ogen geopend. Samen met mijn wethouder heb ik toen gezegd: dit gaan we doen, wat het ook kost. Zij kunnen het verschil maken. We hebben nu meer geld nodig om ervaringsdeskundigen op te leiden en aan het werk te krijgen. De gemeente kan dit niet alleen, daarom zijn we in gesprek met andere gemeenten. Ook hebben we in samenwerking met stichtingen allerlei subsidies aangeboord.’
Docente Liija de Vries vertelt hoe ze werd opgeleid door Lut en Carry van De Link in Utrecht. ‘Ik ben al 39 jaar docent, maar dit is voor mij een andere tak van sport. Het is heel erg intensief, indrukwekkend, confronterend, leerzaam. Ook het werken in een tandem was nieuw voor mij. Nu heb ik Karin van de Hende als ervaringsdeskundige naast me en we kunnen niet meer zonder elkaar. Vervolgens was aan ons de eer om de eerste tweejarige opleiding in Nederland te verzorgen. We zijn begonnen met een groep van tien mensen.’
Harry van Haaster van de Amsterdamse initiatiefgroep voor de opleiding vertelt dat de initiatiefnemers – Samen Wonen Samen Leven, Hogeschool van Amsterdam, Eropaf!, IGPB en Leefkringhuis Noord – besloten hebben een coöperatie op te zetten. ‘Net als De Link is onze missie het verhaal vertellen wat er moet gebeuren bij de bestrijding van armoede en uitsluiting. Verder is de taak van de coöperatie de opleiding vorm te geven en te beheren. Voorlopig doel is een driejarige opleiding, waarbij het eerste jaar gericht is op empowerment en het tweede en derde jaar de beroepsopleiding vormt. Een actieve groep ervaringsdeskundigen heeft dat bepaald. Inhoudelijk hebben ze zich geïnspireerd op De Link.’
Beleidsambtenaar Harro Hoogerwerf vertelt in opdracht van wethouder Arjan Vliegenthart (SP) dat Amsterdam in het kader van het Aanvalsplan tegen de Armoede vier opleidingsplaatsen reserveert bij de nieuwe opleiding tot ervaringsdeskundige. ‘Armoede doet pijn en werkt door, zoals te zien is in de film ‘The missing link’. De heftigheid van het leven in armoede vormt mensen en schept een beeld van het leven in de maatschappij en stuurt ook het gedrag. Goed armoedebeleid kan alleen beginnen bij die ervaringen, die vaak decennialang doorwerken. We zijn dan ook zeer geïnteresseerd in de Vlaamse ervaringen zoals die hier vandaag naar voren komen.’
‘Morele afkeer’
In de slotdiscussie focust gespreksleider en oud-wethouder Pieter HIlhorst zich op de rol van mensen die niet in armoede leven en in het bijzonder hulpverleners. ‘Hulpverleners raken vaak ontgoocheld: ze proberen mensen te helpen en dan blijkt dat het toch niet helpt. Dan is het verleidelijk om te denken: het ligt aan hun. De schrijver Michael Ignatieff noemt dat de ‘verleiding van de morele afkeer’. Als je niet snapt waar je zelf voor staat als geprivilegieerde hoogopgeleide hulpverlener, dan ga je dat paternalisme ten toon spreiden. Daarom moet er ook een ervaringsdeskundige komen voor mensen die geprivilegieerd zijn opgegroeid. Doordat ik zelf uit een geprivilegieerd gezin kom weet ik dat zelf ook paternalistisch ben. Daar moet ik voortdurend tegen strijden.’
Hilhorst laat vervolgens de aanwezigen elkaar vertellen wat er mis is met de huidige praktijk van hulpverlening en armoedebestrijding. Vooral de Vlamingen in de zaal doen graag hun verhaal. Zo vertelt een mevrouw dat ze zich vaak onbegrepen heeft gevoeld door hulpverleners. ‘Ze werken vaak voor jou, maar niet met jou. Mensen uit generatiearmoede voelen zich vaak al genoeg belazerd. De ander probeert iets vóór jou te doen, maar doet het niet mét jou.’ Tom, eveneens uit Vlaanderen, zegt dat hulpverleners hem vaak het gevoel geven dat hij er voor hun succesverhaal is. ‘Ik moet als werkzoekende voortdurend allerlei dingen doen, maar wat ik zelf wil vraagt men niet.’
‘Onze rijkdom’
Een dame vertelt dat ze zingt bij het Antwerpse koor ‘Onze rijkdom’ en betrokken is bij Recht-Op, een vereniging van mensen die in armoede leven. Ze heeft het gevoel dat ze niet meer geaccepteerd wordt, omdat ze arm is. ‘Ik ben invalide en met pensioen en ik heb het moeilijk. Het is heel moeilijk in onze maatschappij, we worden niet meer aanvaard. We zijn arm, maar we hebben allemaal onze fierheid, onze trots. We hebben pijn, we kunnen lachen en we kunnen zingen. Vaak krijg ik het gevoel dat ik niks meer mag. Je moet van alles hebben om mee te tellen, een mooie GSM en auto. Mensen worden nog meer in de put geduwd met alle consumptiedwang. Het is moeilijk voor mij.’
Tot besluit zingt ‘Onze rijkdom’ passende liederen over armoede en uitsluiting. De levensliederen vormen een ontroerend slotakkoord van de dag. ‘Nee, ik drink niet mee, ik kan het niet betalen. Als ik u trakteer dan heb ik een groot probleem, de rekeningen stapelen zich op onder mijn matras. Dus nee, ik drink niet mee, ik kan het niet betalen.
Martin Zuithof, journalist-redacteur bij Eropaf & Co!