Samenwerking verschillende zorg- en welzijnsprofessionals
Bij alle veranderingen proberen wetenschappers, herstelondersteuners, herstellenden, financiers en beleidsinstanties zich te profileren om hun plaats in de nieuwe verhoudingen veilig te stellen.
Dat leidt gemakkelijk tot een zich ingraven rond het eigen denkmodel. De biologisch denkende psychiater claimt dat zijn benadering objectief waar en evidence based is. De herstellende meent dat subjectieve ervaringen voorop dienen te staan bij het herinrichten van de zorg. De herstelondersteunende hulpverlener formuleert de normen waar de zorg zijns inziens aan moet voldoen. Zorgaanbieders letten op prijs en kwaliteit. Gemeenten gaan uit van het terugdringen van overlast en het bevorderen van participatie van hun burgers. Zij eisen – en organiseren – daartoe vaak de samenwerking van verschillende zorg- en welzijnsprofessionals.
Diagnose en behandeling versus maatschappelijke beperkingen
Speciaal van belang voor de koers van het tijdschrift zijn de tegengestelde bewegingen met betrekking tot de definitie van de doelgroepen van zorg en welzijn. In de zorg is het steeds belangrijker geworden om diagnostische doelgroepen te onderscheiden. Behandeltechnieken en financiering worden gekoppeld aan diagnoses. In het areaal dat onder de Wmo ressorteert gaat het veel meer om het vaststellen en verhelpen van de maatschappelijke beperkingen die mensen hebben opgelopen – ongeacht de specifieke problematiek die daaraan ten grondslag ligt. Het tijdschrift wil zich richten op de overlap van deze arealen. Het wil speciaal aandacht besteden aan het maatschappelijk herstel en de maatschappelijke inclusie van mensen met een psychische stoornis, een verstandelijke beperking, een verslaving en forensische problematiek. Dak- en thuislozen, ouderen en jongeren met dergelijke stoornissen horen vanzelfsprekend ook bij de doelgroep.
Nieuwe risico’s op uitsluiting
Bij alle aandacht voor de het maatschappelijk herstel, de inclusie en de participatie van mensen met een beperking moet natuurlijk worden opgemerkt dat het tegengaan en terugdringen van exclusie onverminderd aandacht behoeft. Elke genoemde ontwikkeling, elke nieuwe praktijk, elke nieuwe norm brengt uit de aard der zaak nieuwe risico’s op uitsluiting met zich mee. Mogelijke slachtoffers van nieuwe vormen van exclusie zijn bijvoorbeeld de non-responder op medicatie, de ‘multiproblem’ cliënt die niet in één zorgpad te vangen is, de persoon die niet bij machte is zijn eigen verhaal te verwoorden, de apathische, niet tot participatie geneigde burger, de ‘digibeet’ of persoon met een andere culturele achtergrond die niet goed past in onze zorgcategorieën.
Forum voor herstel en participatie (initiatieven, verbindingen, reflectie)
Het tijdschrift wil in de komende periode een forum bieden waarin op persoonlijk en maatschappelijk herstel, sociale inclusie en participatie gerichte initiatieven zich kunnen presenteren. Het wil plaats bieden om nieuwe vormen van sociale uitsluiting te signaleren en te bestrijden. Vanwege alle ontwikkelingen willen we extra aandacht besteden aan de normatieve achtergronden van die initiatieven en aan hun onderlinge verbindingen.
We willen kritische reflectie bevorderen van de neiging om eigen referentiekaders op te leggen aan anderen. We willen daartoe de dialoog over de verschillende soorten kennis waarop bestaande en nieuwe praktijken berusten stimuleren. Op welk type kennis beroept een bepaalde praktijk zich? Welke andere typen kennis worden
stilzwijgend gebruikt? Waar liggen gemeenschappelijke thema’s? Welke verschillen van mening bestaan daarover? Graaft men zich in rond het eigen denkpatroon? Legt men het eigen denkpatroon op aan anderen? Waarom?
We denken op dit moment meer in vragen dan in oplossingen.
Een greep uit de vragen:
• Hoe gaat de praktijk van de Wmo eruit zien: worden ervaringsdeskundigen en mantelzorgers meer/anders dan nu erbij betrokken?
• Hoe zullen gemeentelijke diensten, zorgloketten, wijkteams en keukentafelgesprekken zich gaan verhouden tot herstel en zorg? Hoe zijn de verschillende typen kennis straks vertegenwoordigd in de praktijk van de Wmo?
• Wat voor nieuwe zorgvormen ontstaan er en hoe verhouden die zich tot de kennis vanuit herstel en rehabilitatie? Hoe wordt het samenspel tussen generalisten in wijkteams en specialisten uit de ggz?
• Wat betekent de overgang naar andere regimes voor de praktijk van dagbesteding en arbeidsrehabilitatie?
• Wat is de plaats van ‘subjectieve’ ervaringskennis in een ‘objectieve’ biologische psychiatrie?
• Welke plaats zal de biologische psychiatrie op den duur in het geheel van zorg en welzijn gaan innemen?
• Welke plaats is er voor geloof en zingeving?
• Welke normen liggen ten grondslag aan de herstelbeweging?
• Is herstel een sociaal fenomeen of heeft het ook biologische wortels?
• Zijn rehabilitatie en behandeling samen effectiever dan elk van beide afzonderlijk?
• Zijn rehabilitatie en behandeling essentieel verschillende vormen van zorg of verschillen ze alleen in de terreinen waarop ze gericht zijn?
• Hoe wordt ervaringsdeskundigheid benut binnen behandeling en rehabilitatie?
• Wat is goede zorg volgens zorgontvangers, beroepsbeoefenaars, managers en bestuurders, Wmo-beambten en wetenschappers? Wie bepaalt uiteindelijk wat goede zorg wordt gevonden?
• Welke plaats hebben subjectieve cliëntverhalen in het denken van de zorgverzekeraar, de gemeentelijke overheid, een medewerker van een wijkteam?
• Welke huidige zorgpraktijken laten zich gemakkelijk vertalen naar e-health en welke niet? Vraagt e-health om nieuwe normen?
• Last but not least: welke nieuwe vormen van exclusie of uitsluiting dreigen te ontstaan in de nieuwe zorg- en welzijnspraktijken?
Actualisering, verbreding en verdieping
Deze koers van het tijdschrift houdt actualisering, verbreding en verdieping in. Actualisering door het systematisch aandacht besteden aan nieuwe praktijken. Verbreding door aandacht te besteden aan de hele groep mensen met psychische en psychosociale beperkingen die gebruik maken van de Wmo. Verdieping door aandacht te besteden aan de normen die in verschillende praktijken gehanteerd worden en de kennis die eraan ten grondslag ligt.
In de nieuwe koers van het tijdschrift ligt er meer nadruk op de samenhang van praktijken van verschillende herkomst dan alleen op de rehabilitatiepraktijk. Dat neemt niet weg dat de wortels van dit blad speciaal verbonden blijven met herstel, inclusie en participatie van mensen met psychische en psychosociale beperkingen.
Namens de redactie,
Jos Dröes
Hoofdredacteur a.i.
Participatie & herstel