Van mensen met psychische aandoeningen en psychosociale beperkingen

Passage, nr.2 juni 2005

Inhoudsopgave

Redactioneel
Els Bransen

Met zorg op vakantie of vakantie van de zorg? | Over het belang van vakantie voor mensen met psychische problemen
Jeannette Pols en Hans Kroon

Psychiatrische rehabilitatie in Nederland | Stand van zaken en perspectief
Jaap van Weeghel

Rehabilitatie tussen vraag en aanbod
Jos Dröes, Jean Pierre Wilken en Helma Blankman

Congresverslag | Recovery and Reform, Europese Conferentie over psychosociale rehabilitatie en community care
Annette Plooy

Congresverslag | Vernieuwende visies op psychiatrische rehabilitatie, Congres Balanced Care
Lieve Van de Walle

Het Engelse offensief tegen buitenslapen | Een verbintenis tussen activering en repressie
Lia van Doorn en Evelien Tonkens

Waarom werkt de rafelrand? | Het deelnemersperspectief in werk- en activeringsprojecten voor daklozen en verslaafden
Marieke Wentink, Sandra ter Woerds, Trudi Nederland en Maarten Davelaar

De persoonsgebonden aanpak in Rotterdam | Bemoeizorg en rehabilitatie combineren in een Assertive Community Treatment-team
Frits Bovenberg, Niels Mulder en Bert-Jan Roosenschoon

Recensie | ‘Welkom, zonnestraaltje van de journalistiek!’
Jeannette Pols
Redactioneel

Els Bransen

Het is alweer volop zomer, tijd om op vakantie te gaan! Maar vakantie vieren is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Je hebt er geld voor nodig maar ook allerhande fysieke, praktische en psychische vaardigheden. Om mensen met problemen op dit laatste vlak aan vakantie te helpen heb je sinds 1992 Radar Reizen. Jeanette Pols onderzocht wat deelnemers aan deze reizen beleven en bekeek wat ervoor nodig is om vakantie voor deze doelgroep mogelijk te maken. En dan blijkt dat op vakantie gaan onbedoeld bij kan dragen aan het bereiken van belangrijke rehabilitatiedoelen. Ook in de daarop volgende twee artikelen gaat het over rehabilitatie. Ze geven gezamenlijk een goed inzicht in de stand van zaken in Nederland (Van Weeghel) en de verschillende uitwerkingen van rehabilitatie (Dröes, Wilken en Blankman). Voor wie ook telkens weer het spoor bijster raakt bij Liberman-modules, IRB en SRH is dit laatste artikel een must! In beide artikelen wordt gepleit voor het bereiken van meer groepen cliënten (verslaafden, daklozen) en het aansluiten bij het werk van maatschappelijke organisaties die deels dezelfde doelgroep bedienen. Hoe terecht dit pleidooi is, wordt duidelijk bij lezing van het artikel van Wentink e.a. over het deelnemersperspectief in werk- en activeringsprojecten voor daklozen en verslaafden. De term rehabilitatie komen we hier niet tegen – overigens net als het aanbod van de ggz op het gebied van dagbesteding. Toch vertoont de aanpak in deze projecten veel overeenkomst met rehabilitatie zoals de nadruk op de mogelijkheden van mensen, aansluiten bij hun leefsituatie en evenwicht tussen bescherming en activering. Ook het congresverslag van Annette Plooy laat zien hoezeer rehabilitatie vooral iets is van de (westerse) ggz. Dat er niettemin iets aan het verschuiven is, blijkt uit het artikel van Bovenberg en anderen over het werk van de zogeheten Assertive Community Treatment-teams. Deze teams bieden ongevraagde zorg aan onder andere extreem overlastgevende verslaafden met complexe problematiek. Het betreft een samenwerking van de ggz en de maatschappelijke opvang onder de regie van de gemeente Rotterdam. Hoewel de (psychiatrische, individuele) zorg-en-herstel-terminologie in dit artikel de overhand heeft, biedt deze samenwerking ook kansen om de mensen op hun maatschappelijke mogelijkheden aan te spreken zoals in de eerder beschreven werken activeringsprojecten. Al is het niet zo simpel als Nora Storm van uitzendbureau Topscore het in het Rotterdams Dagblad stelt: ‘Schei daar toch eens mee uit [met roepen om meer hulp]: zet ze aan het werk en geef ze een dak boven het hoofd’ (zie Wentink e.a.). Dat blijkt althans ook uit het opzienbarende artikel van Van Doorn en Tonkens over het al even opzienbarende Engelse offensief tegen buitenslapen. Het is goed mogelijk om mensen van de straat te halen en in een drang- of zorgtraject te plaatsen maar daarmee zijn de problemen niet opgelost. We moeten rekening houden met mensen die ondanks de inzet van alle hulp- of drangmiddelen onbehandelbaar of, zo men wil, onverbeterbaar blijken. Bij ontbrekende nazorg is het te hopen dat voor die mensen de toevluchtsoorden van de niet professionele hulpverlening beschikbaar blijven, bijvoorbeeld de vriendendiensten waarmee Jeanette Pols deze Passage besluit.