Redactioneel
Wonen en leren, dat zijn de onderwerpen in
deze Passage. Wonen staat al in de belangstelling
sinds er in de zestiger jaren aandacht
kwam voor deïnstitutionalisering en genormaliseerd,
kleinschalig wonen. De aandacht
voor leren is van recentere datum. Pas eind
vorige eeuw verschenen de eerste publicaties
over supported education, begeleid
leren op zn Nederlands. ROC Zadkine in
Rotterdam was koploper in Nederland en
startte een project om leerlingen met psychische
handicaps begeleiding te bieden in
het reguliere beroepsonderwijs. Dit vergrootte
de toegankelijkheid van het reguliere
studieprogramma en voorkwam - voor
zover mogelijk - voortijdige uitval uit het
onderwijs.
Van nog recentere datum zijn de studiemaatjesprojecten
voor leerlingen en studenten
met psychische handicaps. De ondersteuning
wordt geboden door medestudenten in het
middelbaar, hoger en universitair onderwijs.
De studiemaatjes helpen elkaar door de studie,
zo luidt het kortweg. Catja Warmelink en
Janine Stuurwold beschrijven het studiemaatjesproject,
aangehaakt bij het al langer
bestaande maatjesproject van Humanitas
Groningen.
Van een andere leerorde zijn de Traject
Opleidingen Ervaringsdeskundigen, de zogenoemde
TOED-opleidingen in Eindhoven en
Amsterdam voor ggz-cliënten die zich actief
(willen) inzetten in cliëntenorganisaties en
voor mensen die hun cliëntervaringen breder
willen inzetten. De TOED-opleidingen richten
zich op het versterken en aanboren van
ervaringsdeskundigheid. Harrie van Haaster,
Jean Knooren en Christ Wesenbeek vertellen
over het belang van ervaringsdeskundigheid
en de inhoud van hun scholingsaanbod.
Wonen. Is daar nog niet het nodige over
geschreven en gediscussieerd? Guido Lamm
en Dirk den Hollander bewijzen het tegendeel
en nemen de lezer mee naar psychogeriatrisch
verpleeghuis de Hoge Hop. Door het
introduceren van de Integrale Rehabilitatie
Benadering beoogt de directie meer accent te
leggen op vraaggerichte zorgverlening. Deze
denkwijze betekent een breuk met de traditionele
probleem- en beheersingsgerichte
werkwijze. Bijzonder is de leefstijldifferentiatie
die is aangebracht: bewoners wonen in
kleine groepen, met bewoners die vergelijkbare
waarden delen. Zij volgen zoveel mogelijk
het dagelijkse levensritme, niet gehinderd
door institutionele regels. Burgerschap als
ideaal
Ditzelfde motto klinkt ook door in
de bespreking van het proefschrift van
Jeannette Pols door Greet van Humbeeck,
maar eveneens in de bijdrage van Marius
Nuy die een mooie schets geeft van de
bevrijding van mensen in de chronische
psychiatrie uit de rituelen van de systeemwereld
(psychiatrische inrichting Vijverdal).
De boekbespreking van Guido Lissens over
de biografie van Detlef Petry werpt meer licht
op de veranderingen in Vijverdal en de
beweegredenen erachter.
De overige boekbesprekingen (op één na) en
het congresverslag hebben met elkaar
gemeen dat zij handelen over hulpverlening
op de grens van ggz en oggz. Het gaat over
bemoeizorg, Assertive Community Treatment
en over presentie, benaderingen die
elkaar kunnen aanvullen en die misschien
nog te veel tegenover elkaar worden
geplaatst.
Tot slot twee berichten vanuit de redactie:
een wat langer bericht van Wouter van de
Graaf die zijn ervaringsverhaal vertelt in Hoe
gek is gek?. Verder is de redactie versterkt
door Els Bransen, wetenschappelijk medewerker
bij het Trimbos-instituut en goed
thuis op het terrein van OGGZ en preventie.