Van mensen met psychische aandoeningen en psychosociale beperkingen

Passage, nummer 2, juni 2004

Inhoudsopgave

Spreekuur onder de brug. De bruikbaarheid van de presentiebenadering in de bemoeizorg
Gerrit Veldhuizen

Psychiatrie in de buurt. De beleving van overlast en veiligheid door buurtbewoners
Henny Oosterbaan, Tamara Verbeet en Moniek Bogaards

Vermaatschappelijking en rehabilitatie als dagelijks werk. De consequenties van het begrip ‘MSS’ voor rehabilitatie vanuit de sector beschermd en begeleid wonen
Hella van de Beek en Louise Olij

Cliënten ondersteunen cliënten. Een pleidooi voor het inrichten van steunpunt en cliëntondersteuning
Daniëlle Meije

Naar een Nederlands clubhuismodel? Literatuurstudie en beleidsverkenning naar de mogelijkheden van een clubhuismodel in Nederland
Nicole van Erp & Jaap van Weeghel

De kunst van het aansluiten. Rehabilitatie in de ouderenpsychiatrie
Barbara Bouwmeester, Mieke van Boxtel, Iris Peek, Robert Pultrum, Jacqueline Verhoek, Marian Zegwaard

Signalement | Zorg om zorg: waar blijft de ggz? Verslag van een conferentie
Jos Dröes

Signalement | Openbare geestelijke gezondheidszorg: een ‘nieuw’ werkterrein voor RIBW’s? Verslag van een studiedag
Louise Olij


Redactioneel

Er is veel beroering ontstaan in de ggz. De modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) neemt de schotten weg tussen de traditionele zorgsectoren en maakt de weg vrij voor nieuwe zorgaanbieders en de door de overheid zo gekoesterde marktwerking. De wijze van indicatiestelling voor ggz-cliënten is op de schop gegaan en wordt nu alweer sinds een jaar verzorgd door het Regionaal Indicatie Orgaan. En nieuwe veranderingen zijn in aantocht.
Belangrijke delen van de AWBZ gefinancierde zorg zullen naar verluidt in 2006 worden overgeheveld naar een nieuwe zorgverzekeringswet en weer andere delen worden ondergebracht in de voorgenomen Wet op de Maatschappelijk Ondersteuning en gaan vallen onder de gemeentelijke beleidsverantwoordelijkheid. Ondertussen wordt ook nog gewerkt aan een ander financieringssysteem, namelijk de bekostiging van de zorg via Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Dit alles vormde aanleiding tot het congres ‘Zorg om zorg’, gehouden op 6 februari 2004 in Utrecht.
Jos Dröes maakte voor Passage een uitgebreid verslag en liet niet na een aantal ‘verrassende’ – lees: zorgwekkende – zaken op te tekenen. Hij constateert onder andere dat de ggz als gespecialiseerde sector nagenoeg wordt opgeheven. Naar zijn mening wordt daar veel te lichtvaardig over gedacht, omdat het voorgestane integrale beleid er wel eens toe zou kunnen leiden dat de zwakste groepen hardvochtig worden uitgestoten. Dit is niet denkbeeldig. Het is bijvoorbeeld een utopie dat mensen met ernstige psychische handicaps profiteren van marktwerking in de zorg: zorgaanbieders en verzekeraars zijn toch eerder geneigd zich te richten op de gemene deler dan op de kleinere subgroepen van chronici in de verblijfspsychiatrie die meer dan gemiddelde zorg vergen. Zo ook mogen de verwachtingen niet te hoog gespannen zijn over de Wet Maatschappelijke Zorg (WMO). Het is maar zeer de vraag of de gemeenten voldoende middelen en voldoende visie hebben op de benodigde zorg voor mensen met een psychische handicap. Bovendien kunnen cliënten geen recht ontlenen aan de WMO; het biedt geen wettelijk kader voor individuele zorgaanspraken. En wat te denken van cliënten die zich niet verzekeren en zorg nodig hebben die in de toekomst valt onder de nieuwe zorgverzekeringswet?
Zorg om zorg is ook in andere artikelen een leidend thema. Gerrit Veldhuizen vindt dat er veel te veel nadruk ligt op productiviteit en allerlei regels om het werk zo efficiënt mogelijk te regelen. Interventies scoren beter dan presentie. Dit verhoudt zich slecht tot zorgwekkende zorgmijders waar bemoeizorg geboden is, in die zin dat hulpverleners langzaamaan hun cliënten proberen te ‘verleiden’ om (enige) zorg te aanvaarden. Om de kunst van het verleiden goed te verstaan, is de presentiebenadering behulpzaam. Veldhuizen richt zijn pleidooi op sociaal psychiatrisch verpleegkundigen die bemoeizorg bieden, maar ook andere disciplines kunnen hun voordeel doen met de presentiebenadering. Het gaat om de kunst van het aansluiten zoals Jean Pierre Wilken stelt, of dat nou de ouderenzorg betreft, de verslavingszorg, of de totstandkoming van maatschappelijke steunsystemen.
En dat alles passeert de revue in dit nummer van Passage.