Tijdens de bijeenkomst valt een paar keer het woord schaamte. Mij neef schaamde zich om ziek te zijn. Er zijn honderden mensen bijeen gekomen om hem de laatste eer te bewijzen. Hij hoefde zich niet te schamen voor deze mensen. Deze mensen schamen zich niet om hem.
Wat is dat toch dat een aandoening in de geestelijke gezondheidszorg schaamte teweeg brengt. Schaamt iemand zich om te vertellen dat hij kanker heeft of een hartafwijking? Nee, volgens mij niet. Maar bij een aandoening in ons hoofd lijkt al snel het idee te ontstaan dat we dit onszelf kunnen verwijten. Dat we hierop zelf invloed hebben. Terwijl dit helaas ook ziektes zijn die ons kunnen overkomen. Soms is het een lichte ziekte met een goede mogelijkheid tot genezing. Maar soms is het een ernstige aandoening die ongeneeslijk of zelfs ondraaglijk is.
Een op de vier Nederlanders krijgt in zijn of haar leven te maken met de geestelijke gezondheidszorg. Op deze gezondheidszorg berust helaas een taboe. Maar laten we hier vooral openlijk over zijn. Schaamte is hier niet op zijn plaats. Slechts dan zullen we stukje bij beetje het taboe weten te doorbreken. Als ik daar door het schrijven van dit blog een minieme bijdrage aan kan leveren dan doe ik dat graag. Ter nagedachtenis aan mijn mooie, stoere, dappere neef.
Bron: GGZCentraal