Hebt u wel eens rondgetoerd in een parkeergarage dat je nergens de uitgang kunt
vinden? Houd dat jaren vol en het heet de weg kwijtgeraakt, perspectief verloren.
Mocht u al in een zomerroes verkeren, Marlieke de Jonge schudt ons wakker met
haar snedige pen en bericht ons vanuit de parkeergarage. Zij duidt op het verschil tussen
mensen in de maatschappij en mensen in de marge, mensen die maatschappelijk
geparkeerd worden. En keert zich tegen de illusie van zorg als sociale zekerheid: in
plaats van vangnet en springplank is het een opbergsysteem geworden van beheersbaarheid.
(
) Voor wat hoort wat. U zorgt , wij zwijgen. De Jonge besluit haar pamflet
met een oproep: Gezocht: bondgenoten met richtingsgevoel. Wij kunnen de uitgang
alleen niet meer vinden. Helpt u zoeken? Dan moet u de weg wel weten. (
) De
terriërmentaliteit hebben om ons niet in de steek te laten onderweg. Ondanks onze
sabotageacties. De reis begint met contact, van mens tot mens. En het doel, de richting
is ook contact: herstel van verbanden. (
) Zorg leent zich niet als maatschappelijke
parkeergarage. Niet meer.
Haar hartenkreet mag er zijn. Veel mensen met psychische aandoeningen en verslavingsproblemen
worden en voelen zich uitgerangeerd. Dat geldt niet alleen voor de
dak- en thuislozen die op straat zwerven, maar net zo goed voor cliënten die hun
jaren slijten in de psychiatrie, waarbij maar bar weinig gebeurt. Verandering van deze
situatie vergt op zn minst dat verpleegkundigen in de psychiatrie hun traditionele
rollen loslaten en andere rollen gaan vervullen. Henri Hofman, werkzaam in Herstelcentrum
Wilhemina-oord in Friesland, stelt dat verpleegkundigen van oudsher zijn
opgeleid om psychiatrische cliënten vanuit een bepalende en controlerende positie te
benaderen. En ook al is dat in de loop der tijd verandert, er valt nog wel het nodige
te verbeteren. Wilhelmina-oord probeert dit waar te maken. Vijfentwintig mensen
met ernstige psychische aandoeningen worden op een anders dan gebruikelijke wijze
ondersteund en begeleid naar grotere zelfstandigheid. Bewoners leren leven met hun
blijvende kwetsbaarheid, maar dan vanuit een positieve benadering: zelf vorm geven
aan de inrichting van je leven en je niet op alle fronten laten domineren door je ziekte.
De verpleegkundige in Wilhelmina-oord vervult daarbij een rol als gids en geeft de
bewoner waar nodig begeleiding bij zijn herstelplan, maar mijdt de rol van probleemoplosser.
Bewoners zijn zelf regisseur van hun herstelproces, verpleegkundigen zijn
hierin bondgenoot.
Annette Plooy stelt in haar artikel de rol van ervaringsdeskundigen in de hulpverlening
aan de orde: bruggenbouwers of bondgenoten? Vooral in (F)ACT-teams tekent
zich een nieuwe beroepsgroep af van mensen die vanwege hun ervaring in de psychiatrie
worden aangesteld als teamlid met ervaringsdeskundigheid. Als teamlid zal de
ervaringsdeskundige dikwijls te maken krijgen met conflicterende rollen, omdat hij
geacht wordt bij te dragen aan de behandeldoelen maar tevens het perspectief van de
cliënt dient te vertolken. Hoe vaak gaat een ervaringsdeskundige niet op pad met de
opdracht om in contact te komen met iemand die daar tot nu toe niet voor open staat?
Zo bezien is de ervaringswerker vooral bruggenbouwer, iemand die het pad effent naar
de hulpverlening. Zijn rol als bondgenoot van de cliënt kan hierbij echter maar al te
snel in het geding raken. Want is het niet de belangrijkste taak van de ervaringswerker
om luis in de pels te zijn en zich teweer te stellen tegen de gangbare opvattingen over
psychische ziekte en in de directe ondersteuning naast de cliënt te gaan staan? Het
artikel van Plooy is verplichte kost voor alle hulpverleners en ervaringswerkers.
Terug naar de parkeergarage. Als er één groep is die zich daarin bevindt, zijn het verslaafde
dak- en thuislozen. Zij slapen letterlijk in parkeergarages of, zoals lange tijd in
Utrecht het geval was, in een expeditietunnel waar vrachtwagens hun goederen kunnen
laden en lossen. Een erbarmelijke situatie die onhoudbaar en onacceptabel was. Het
gemeentebestuur in Utrecht besloot in 1999 tot Project BinnenPlaats om de situatie
en gezondheid van dak- en thuislozen te verbeteren en tegelijkertijd de overlast terug
te dringen. Het beleid om deze mensen nu eens naar deze kant en dan weer naar een
andere kant van de stad te jagen, werd opgedoekt. Het was volkomen duidelijk dat
verslaafde mensen zorg nodig hebben en dat repressie niks uithaalt. De opvangcapaciteit
schoot echter ernstig tekort. Daarom werden acht woonvoorzieningen (hostels)
gepland waar in totaal 200 mensen gehuisvest worden, ieder op een eigen kamer. De
hostels bieden permanente huisvesting en 24-uurszorg, inclusief methadonverstrekking.
Het gebruik van middelen is toegestaan. De Stichting Beschermende Woonvormen
Utrecht (SBWU) is een van de betrokken instellingen bij Project BinnenPlaats
en heeft een aparte Divisie OGGZ opgezet, momenteel bestaande uit hostels, een
ambulant oggz-team en verschillende (kleinschalige) woonvoorzieningen. De zorg
voor ernstig verslaafde mensen op deze schaal is een vrij unieke keuze en het eeuwige
tekort aan woon- en zorgvoorzieningen voor verslaafde dak- en thuislozen een probleem
van alle grote steden wordt hiermee voor een belangrijk deel getackeld. Sonja
van Rooijen en Dorinda Maas belichten in hun artikel het aandeel van de SBWU in
de Utrechtse zorgketen. Interessant daarbij is de manier waarop de SBWU pioniert en
haar nek uitsteekt om mensen die vrijwel zonder uitzondering tot de zorgwekkende
zorgmijders behoren, zorg te bieden die beslist verder reikt dan opvang alleen.
Ook Simone van de Lindt is begaan met het lot van zorgmijders. Zij onderzocht
de varianten van bemoeizorg geboden door Regionale Instellingen voor Beschermd
Wonen (RIBWs) en relateert dat aan de rehabilitatiebenadering die ten grondslag
ligt aan de werkwijze van de (ambulante) woonbegeleiders. Zodra de eerste noden
van bemoeizorgcliënten gelenigd zijn, is het van belang om in lijn met de rehabilitatiegedachte
te zoeken naar de ontwikkelingsmogelijkheden van cliënten. Welke
ondersteuning is benodigd zodat cliënten weer zelfstandig hun leven kunnen leiden?
RIBWs zijn daarbij in het voordeel dat zij zowel ambulante woonbegeleiding als
beschermende woonplaatsen kunnen bieden. Bovendien hebben zij goede contacten
met woningbouwverenigingen, zodat het gemakkelijker is om woonruimte te verkrijgen
voor hun cliënten, temeer omdat zij garant kunnen staan voor bemoeizorg waar
dat (opnieuw) nodig blijkt.
Als laatste: de redactie heeft afscheid genomen van Hella van de Beek, jarenlang actief
redactielid van dit tijdschrift dat tot voor kort Passage heette. Wij zoeken nieuwe
bondgenoten die zich sterk willen maken voor herstel en rehabilitatie. En natuurlijk
is kopij welkom.