Het werk van Claes Oldenburg vond ik als kind erg leuk. Maar in mijn pubertijd vond ik kunst maar stom. Nù is kunst maken voor mij een magische, bezwerende bezigheid die mij overeind houdt. Kunst maken is voor mij geen roeping, maar een noodzakelijkheid. Op welke wijze dat bij mij gaat, zal blijken in de komende lezing.
Na veel onrust in mijn vroege jeugd ben ik op twintigjarige leeftijd voor het eerst psychotisch geraakt. Ik besloot daarna naar de kunstacademie te gaan, maar kwam op een postmoderne sculptuur afdeling terecht. Dat werkte helemaal niet. Het rationele en geforceerde van het postmodernisme stond haaks tegenover mijn magische en getraumatiseerde wijze van omgaan met kunst. Deze kloof tussen de filosofie van de docenten en mij maakte mij zeer ongelukkig.
Uiteindelijk draaide het erop uit dat ik naar de AKI in Enschede ging, die niet zo schools was en toen nog een anarchistisch bolwerk was. Ik kreeg daar een heel heftige psychose, waarbij ik in bezit genomen werd door een tovenaar die mij de afschuwelijkste dingen wilde laten doen. Ik studeerde na de psychose wel af, maar was eigenlijk heel moe van het zware werken aan de sculpturen.
In de psychiatrie overheerste vanaf de jaren negentig een biomedische benadering. Schizofrenie was mijn diagnose. De psychose was erfelijk en daar waren enkel pillen voor, vaak in hoge doseringen. Gedesillusioneerd door de kunstacademie en de psychose begon ik een studie cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Ik gleed tijdens de thuisstudie helemaal af tot een chronische patiënt die de weg naar de winkel vaak al te moeilijk vond. Maar het tij keerde, hoewel ik dat zelf niet wist, bij de studie over primitieve kunst en dan vooral de outsider art. Vanwege mijn eigen psychotische achtergrond werd mijn interesse gewekt voor de art brut en outsider art. En in 2000 studeerde ik aan de Open Universiteit af op het onderwerp ‘Authenticiteit bij kunst- en farmacotherapie in de outsider art’. Niet wetende dat dit een begin van mijn herstel zou zijn.
Meer lezen? Lees verder in Participatie en Herstel nummer 3 (september, 2015). Nog geen abonnee? Neem nu een abonnement.