Van mensen met psychische aandoeningen en psychosociale beperkingen

Herstel ondersteunen in tijden van ambulantisering

In de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg is een beweging gaande naar Herstelondersteunende zorg, of beter gezegd: herstelgerichte hulpverlening. Er zijn weinig ggz-instellingen die het begrip herstel nog niet hebben omarmd. Maar de omslag – want dat is het – naar herstelgerichte hulpverlening gaat niet vanzelf. Het denken vanuit oude, voornamelijk medische kaders zal moeten plaatsmaken voor andere invalshoeken. Een benadering vanuit het sociaal werk kan daarbij helpen.

Tegelijk met een inhoudelijke accentverschuiving naar herstelondersteuning vindt een belangrijke verandering in de organisatievorm in de GGz plaats: de ambulantisering van de zorg. In dit artikel wordt de samenhang tussen herstelondersteuning en ambulante hulpverlening geschetst, waarbij duidelijk gemaakt wordt dat sociaal werkers hierbij een belangrijke plaats dienen te hebben. Medisch model Het Trimbosinstituut constateerde in 2014 in een thematische trendrapportage dat de implementatie van herstelondersteunende zorg in de GGz moeizaam verloopt. Als belangrijke oorzaak hiervan werd genoemd “de taaiheid en diepgeworteldheid van denkmodellen en referentiekaders die de GGz lang hebben gedomineerd maar die nu een meer herstelondersteunende zorg in de weg staan” (Trimbos, 2014; p.59). Hoewel er gesproken wordt over denkmodellen en referentiekaders in meervoud, gaat het eigenlijk om één kader: het medisch model, dat gedurende decennia veel hulpverleners in de ggz gevormd heeft.

Van het medisch model wordt gezegd dat het enerzijds veel goeds heeft gebracht – met name in de vorm van effectieve behandelmethodes – maar anderzijds de aandacht te eenzijdig vestigt op ziekteverschijnselen en de behandeling daarvan. Het heeft daardoor te weinig oog gehad voor de verwevenheid van de psychische aandoeningen met diverse levensterreinen, terwijl veel hulpvragen van mensen met een ernstige psychische aandoening juist op die terreinen liggen en dus niet van medische aard zijn.

Lees verder op pagina 39 van het juninummer van Participatie en Herstel. Nog geen abonnee? Klik dan hier.