Van mensen met psychische aandoeningen en psychosociale beperkingen

Lessen uit Triëst? - Van burgerrechten naar burgerschap

De ggz-praktijk in de Italiaanse stad Triëst (236.000 inwoners) is al jarenlang een bron van inspiratie voor andere landen die nadenken over het organiseren van wijkgerichte zorg en de afbouw van bedden.

De WHO noemt Triëst een van de meest innovatieve ggz- praktijken door haar traditie van wijkgerichte zorg, weinig opnames en het werken zonder gesloten deuren (WHO, 2001). Nu in Nederland het ggz-beleid sterk gericht is op beddenreductie, lijken de ervaringen uit Triëst opnieuw relevant. Kunnen we iets leren van de ervaringen met wijkgerichte zorg in Triëst?

Deze vraag stond centraal in een onderzoek in 2014 naar de wijkgerichte zorg in Triëst. Er is de laatste 40 jaar veel gesproken en geschreven over de ggz in Triëst. Terugblikkend op dat materiaal lijkt ‘Triëst’ daarin soms verworden tot een symbool, omarmd door de zogenaamde antipsychiatrie, soms geromantiseerd, maar soms ook verguisd (zie ook Giel 1980; Kamp, 1989). Insteek van het onderzoek was om deze discussie te overstijgen en meer zicht te krijgen op de praktijk van de ggz daar, zonder direct te komen tot een oordeel in termen van ‘goed’ of ‘slecht’. Het onderzoek ging over hoe de ervaringen in Triëst input kunnen geven voor het verder vormgeven van het Nederlandse ambulantiseringsproces, op een eigen manier, in de eigen context. In dit artikel1 geven we een beschrijving van het ggz-systeem in Triëst en de daarbij horende ideeën over goede zorg, en gaan we in op de vraag wat mogelijk de waarde is van de ervaringen in Triëst voor de Nederlandse ggz. Hierbij leggen we de nadruk op de invulling van het concept ‘burgerschap’ zoals dat in de ggz-praktijk in Triëst wordt uitgewerkt.

Christien Muusse en Sonja van Rooijen

Lees verder op pagina 42 van het septembernummer van Participatie en Herstel. Bestel uw exemplaar hier!