Deze bijdrage geeft een schets van deze organisatorische en faciliterende voortgang, maar wil vooral stilstaan bij de inhoudelijke ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid. Vanuit verschillende uitgangspunten zullen we reflecteren op enkele punten van inherente wrijving tussen ervaringsdeskundigheid en de bestaande praktijk. Achtergrond De inzet van de ervaringsdeskundige is een belangrijk element van herstelondersteunende zorg en de verdere professionalisering van het beroep ervaringsdeskundige sluit aan bij de ambitie om de zorg meer herstelondersteunend te maken.
Opleidingen (regulier en cursorisch) zijn permanent bezig om de onderscheidende inzet steeds beter te scholen. Werk- en opleidingsveld hebben in dit kader samen met kennisinstituten en GGZ Nederland een beroepscompetentieprofiel (BCP) ervaringsdeskundigheid ontwikkeld (2013). Aansluitend hierop zijn een basiscurriculum (2015) en een leerplan ervaringsdeskundigheid voor opleidingsniveau 4 en 5 (2017) gepubliceerd. Er is inmiddels een dik didactiekboek (Boer e.a., 2018) verschenen en de Vakvereniging van Ervaringsdeskundigen (VvED) timmert steeds meer aan de weg, o.a. met werken aan een beroepsregister. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar de inzet van ervaringsdeskundigheid neemt toe. In Nederland laat Boevink (2017) positieve uitkomsten zien van het ervaringsdeskundige HEE-programma. In internationaal literatuuronderzoek laten Van Bergen en Huisman (2018) zien dat ervaringsdeskundigheid van mogelijke meerwaarde is bij suïcidepreventie. Er is wetenschappelijk bewijs voor de werking van de ervaringsdeskundig gerunde zelfhulpprogramma’s Herstellen doe je Zelf en WRAP (resp. Van Gestel, 2011; Cook, 2012; Cook, 2013).
Dienke Boertien, Heleen Wadman en Evelien Hulshof
Lees verder op pagina 4 van het maartnummer van Participatie en Herstel. Nog geen abonnee? Klik dan hier.