Maar het is niet bekend hoe ze tegen hun eigen rollen en competenties aankijken. Het doel van deze Belgische kwalitatieve studie (n=20; 12 verpleegkundigen, 8 ervaringsdeskundigen) was om inzicht te krijgen hoe beide beroepen hun eigen rol en competentie in concrete situaties beoordelen om zo vast te kunnen stellen in hoeverre hun bijdrage aan het hulpverleningsproces van elkaar verschilt. De data werden verzameld door de deelnemers case-reports te laten schrijven over hun klinische praktijk; in een reflectieverslag gaven ze aan waarom bepaalde besluiten genomen waren en of ze tevreden waren over hun eigen optreden. In totaal werden 132 case-reports in de analyse meegenomen. Om de validiteit van het onderzoeksproces te waarborgen werden thick description (=gedetailleerde omschrijvingen geven), audit trail, investigator triangulation en peer review ingezet.
In meer dan de helft van de case-reports vinden de verpleegkundigen dat ze als een competente professional hebben gehandeld. Ze voeren o.a. de volgende taken en competenties uit: patiënten ondersteunen na een confronterende therapie, omgaan met therapieontrouw en omgaan met grensoverschrijdend gedrag. Ze evalueerden hun optreden voornamelijk als in overeenstemming met de werkinstructies, afgestemd op hoe het team erover denkt en gericht op het verzekeren van veiligheid en controle.
Lees verder op pagina 71 van het maartnummer van Participatie en Herstel. Nog geen abonnee? Klik dan hier.